Algemene informatie (PS)
Van stoornissen in de persoonlijkheid kun je spreken als:
- iemands persoonlijke eigenschappen extreem en voor iemand zelf hinderlijk worden
- iemands gedrag de persoon zelf en/of diens omgeving last bezorgt, en dat niet af en toe maar vrijwel voortdurend.
Het functioneren is dan zo gestoord dat het grote problemen kan veroorzaken in relatie met partner, familie en vrienden of op het werk en bij opleidingen.
De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) kent algemene criteria voor een persoonlijkheidsstoornis.
Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis worden in de DSM-IV in drie groepen verdeeld:
-Mensen die vooral gekenmerkt worden door 'vreemd en excentriek' gedrag. Dat is het zo genoemde Cluster A. Hieronder vallen de paranoïde, schizoïde en schizotypische PS
-Onder Cluster B vallen de mensen die 'emotioneel en onvoorspelbaar' zijn: antisociale, borderline, theatrale en narcistische PS
-Angstige en onzekere mensen, Cluster C, vormen de derde groep. Dit zijn de ontwijkende, afhankelijke en obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Al de kenmerken zijn vaak niet direct duidelijk of herkenbaar, zeker niet in het eerste contact. In de hulpverlening zien we bij het eerste contact vaak een of meerdere van de volgende kenmerken:
- crisissituatie
- specifieke klachten die heel uiteenlopend kunnen zijn (zoals depressieve klachten, angststoornissen, agressief gedrag, eetproblematiek, alcohol- of drugsmisbruik, suïcidicaal gedrag en verwardheid)
- persoonlijk en/of sociaal vastgelopen zijn.
Dit maakt duidelijk waarom de diagnose soms zo moeilijk kan zijn: een persoonlijkheidsstoornis kan zich presenteren in zeer verschillende vormen met uiteenlopende, vaak ook wisselende symptomen en verschijnselen.